Brooddeeg voor sier ornamenten.

500 g bloem

250 g zout

250 ml water

Beetje olie

De grote hoeveelheid zout geeft al aan dat het deeg niet om te eten is. De grote hoeveelheid zout is nodig voor de conservering en de hardheid van het baksel.

Doe meel en zout in een kom en meng ze door elkaar. Voeg daarna het water en olie toe en kneed hiervan een stevig deeg. Hiervoor kan je het beste een mixer met deeghaken gebruiken, maar het kan ook met de hand.
Als het aan de wanden van de kom (of aan je handen) kleeft, zit er te veel water in - voeg dan bloem toe tot het niet meer plakkerig is. Als het kruimelig is of scheurt wanneer je het uitrolt, is het te droog - doe er dan wat water bij, steeds met een eetlepel tegelijk totdat het de juiste consistentie heeft.
Bewaar het deeg in een plastic zak totdat je het gaat gebruiken. Haal er zoveel uit als je nodig hebt, en maak de ornamenten met behulp van de mallen.

Maak eventueel een gaatje in het deeg met behulp van een rietje, doe dit voor het bakken.

Het bakken moet geleidelijk aan gaan en niet te hevig. Je moet de ornamenten wel in de gaten blijven houden. Is het ornament niet hard genoeg, dan moet je het langer in de oven laten. Afhankelijk van de dikte van de ornamenten zal de baktijd 1 tot 3 uur bedragen op ongeveer 100 graden Celsius. Bij dikkere ornamenten moet je al snel aan 10 uur denken. Controleer het baksel door er met een vork tegenaan te tikken. Als je een steenachtig geluid hoort, is het goed. Je kunt het deeg ook gewoon op kamertemperatuur laten drogen, dit zal echter wel enkele dagen in beslag nemen, het wordt ook niet zo hard als wanneer je het deeg in de oven bakt.